Haagsche Courant 2 maart 1995: Een dodelijke vergissing
Door Aad Wagenaar
De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog kent vele voorbeelden van de ironie van het lot, maar zelden ging het zo cynisch toe als bij dit bombardement: sommige bommenwerpers gooiden raak op een verkeerd doel; andere wierpen mis boven het goede doel.
Op een luchtmachtbasis bij het Franse stadje Vitry zat laat in de avond van vrijdag 2 maart 1945 een jonge Engelse inlichtingenofficier aan een tafel en tuurde naar een luchtfoto. Daarop was een rechthoekig stuk bos te zien, deels kaalgeslagen, dat links, rechts en aan de onderzijde werd begrensd door dichte stedelijke bebouwing.
Dat was Den Haag. Tot mei 1940 het regeringscentrum van Nederland; nu bezet door Duitsers en in toenemende mate een plaats van waar V2-raketten werden gezonden naar Londen en Antwerpen. Er was een grondige actie gelast om aan die raketaanvallen een einde te maken. Het ‘addernest in het Haagsche Bos’ moest worden uitgeroeid. Zaterdag 3 maart 1945, zouden van twee vliegvelden groepen Britse bommenwerpers opstijgen en koers zetten naar Den laag om de opslag- en lanceerplaatsen van de V2-raketten in het bos daar, en op het nabij gelegen landgoed Duindigt, te vernietigen.
Van Vitry moesten twaalf Bostonbommenwerpers vertrekken en twaalf Mitchells. De taak van de inlichtingenofficier was om voor deze vliegtuigen het aanvalsdoel juist aan te geven op de luchtfoto. Daartoe waren hem vanuit Londen coördinaten verstrekt. Op de foto, die aan de onderkant en linkerzijde genummerd was, diende horizontaal de lijn 042 te worden uitgezet en verticaal 064, waardoor het snijpunt uitkwam in het oostelijk deel van het Haagsche Bos – dáár bevonden zich de gehate Duitse ‘vergeldingswapens’ van het type V2.
De officier was nerveus. Zijn chef was met verlof, diens vervanger ziek en nu was hij, in zijn eentje, belast met een zo belangrijk onderdeel van de briefing voor de bemanningen van 24 vliegtuigen, die een precisiebombardement moesten gaan uitvoeren, nagenoeg in het centrum van een dicht bevolkte stad.
In de zenuwen die de Engelse jongeman plaagden, voltrok zich datgene wat als ‘de blunder van Vitry’ in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is bijgeschreven: de officier verwisselde waterpas en loodrecht. Horizontaal trok hij de lijn 064 (moest zijn: 042) en verticaal 042 (moest zijn: 064). De lijnen vormden een kruis op het punt waar de Schenkstraat en de Louise de Colignylaan elkaar ontmoetten: in het hart van het Bezuidenhoutkwartier. Daar vielen de andere dag de bommen; 1250 meter van hun eigenlijke doel, de plek in het Haagsche Bos.
De ‘blunder van Vitry’ is één deel van het drama van het bombardement op het Bezuidenhout. Het andere is op 3 maart 1945 ontstaan door een combinatie van bewolking en niet tijdig voorziene windsnelheid. Een tweede groep bommenwerpers, die van het vliegveld Melsbroek bij Brussel was opgestegen, kon zijn bommen niet op zicht gooien, maar moest dat blind doen, vertrouwend op instrumenten. Met de plotseling aanwakkerende noord-noordoosten wind bij nadering van Den Haag was bij de programmering van die instrumenten geen rekening gehouden.
En zo viel de bommenlast voor een deel aan de noordwestelijke zijde van het Haagsche Bos (op het Korte Voorhout) en aan de zuidelijke kant: in het Bezuidenhout.
De geschiedenis van de oorlog kent meer voorbeelden van de ironie van het lot, maar zelden ging het er zo cynisch aan toe als bij het bombardement van het Bezuidenhout: het ene deel van een formatie bommenwerpers gooide raak op een verkeerd aangegeven doel; het andere wierp mis toen het boven het goede doel was.
De hier omschreven toedracht van het bombardement van het Bezuidenhout is ontleend aan het in 1984 gepubliceerde boek ‘Luchtgevaar’ van dr. Alexander Korthals Altes. Ook Korthals Altes (in 1988 overleden) waren de verhalen bekend die kort na maart 1945 de ronde deden: dat er voor de verwoesting van deze Haagse buurt geheime redenen geweest waren en: had een door de Duitsers naar voren geschoven verrader misschien aan het verzet valse inlichtingen gegeven over de locatie van de V2-raketten? Was het bombardement een door de Duitsers uitgelokte extra verschrikking geweest, bedoeld om de geallieerden in diskrediet te brengen? “Na de bevrijding bleef er een waas hangen over het ‘Bezuidenhout’. In 1950 nog moest mr. P.S. Gerbrandy, de voormalige minister-president van de Nederlandse regering in Londen, tegenover de Parlementaire Enquête Commissie verklaren dat zijn oorlogskabinet er ‘nooit haring of kuit (over) had gekregen’.Verder dan de constatering dat er iets mis was geweest met de opgegeven coördinaten voor dat bombardement kwam de uitleg niet.
In zijn werk ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’ volstaat dr. Lou de Jong met de vaststelling dat er foute coördinaten zijn opgegeven. Korthals Altes echter studeerde verder en boorde in het voorjaar van 1983 een Engels archief aan, dat hem documenten en foto’s verschafte, waarmee de ware toedracht van het bombardement beschreven kon worden.
Op 26 januari 1945 werd in Londen aangedrongen op een geconcentreerde aanval van zware bommenwerpers op V2-doelen in Nederland. Tot dan waren opslag- en lanceerplaatsen van die 14 meter lange raketten alleen bestookt met jagers en jachtbommenwerpers die hun doelen met grotere precisie konden aanvallen.
Het was inmiddels zonneklaar dat veel lanceringen van V2’s plaatsvonden in het Haagsche Bos. Begin februari waren de raketten in het bos op luchtfoto’s zelfs voor het blote oogzichtbaar. Op 14 februari kregen enkele Spitfirepiloten het schouwspel van hun leven te zien: voor hun neus rees uit het bos een V2 op.
Het Haagsche Bos werd tot hoofddoel van de jagers van Fighter Command aangewezen. Maar door het slechte vliegweer lukte het alleen op 21 en 22 februari om het bos met bommen te bestoken. Daarom werd op het hoofdkwartier van 2nd TAF in Brussel besloten tot meer coördinatie met Fighter Command en er werd gevraagd om de doellijsten van deze jagers.
Het bleek dat alleen het Haagsche Bos een verantwoord doel was voor middelzware bommenwerpers. Maar er werd gewaarschuwd voor woonwijken die dicht bij het bos lagen. Het plan tot vernietiging van het addernest in het Haagsche Bos werd uitgebroed zonder dat daarover overleg werd gepleegd met de Nederlandse regering in Londen. Volgens een afspraak in november had voor het inschakelen van bommenwerpers contact moeten worden opgenomen.
‘In de periode tot 3 maart’ aldus dr . Korthals Altes, ‘had het Haagsche Bos rond 70 procent van de acties van Fighter Command in beslag genomen. Daarbij waren op 22 februari de Polygoon-filmstudio aan de Leidseweg en het Staatsspoor geraakt. Maar vier dagen later kwam Duindigt opnieuw in de aandacht toen op Medmenham het nieuwste fotomateriaal werd geanalyseerd. Daarbij deed George Reynolds een een unieke ontdekking.
Op het laantje dat van de Leidseweg voerde naar de renbaan van Duindigt waren Meillerwagens te zien en daartussen in stond zowaar een V2 startklaar! Enkele kilometers verderop, aan de duinrand, lag een drietal raketten verdekt maar onvoldoende verstopt in een bosje. Moest dan niet in het Haagsche Bos maar op Duindigt het grootste kwaad worden gezocht?’
Fighter Command veranderde op 1 maart de aanwijzingen. In de komende periode zou het Haagsche Bos maar vijftig procent van de slagen krijgen en Duindigt en Rust en Vreugd respectievelijk dertig en twintig procent. De eerste twee dagen van maart richtte het offensief zich nog tegen het bos. Daarbij vielen ook bommen in het Bezuidenhout, waar de voortdurende luchtaanvallen met hun afzwaaiers de bewoners rijkelijk nerveus hadden gemaakt. Sommigen maakten alles klaar voor vertrek.
Vrijdag 2 maart gaf het second Tactical Air Force de order om de andere dag bommenwerpers naar Den Haag te sturen. In de nr. 2 Group werden de taken verdeeld over de 137e Wing, die Vitry als
basis had en de 193e Wing, gestationeerd op Melsbroek. De commandant van nr.2 Group had de vrijheid gekregen zo nodig ‘blind’ te bombarderen: met behulp van een electronisch systeem. Maar hij twijfelde en belde vrijdagavond nog op naar het hoofdkwartier om te zeggen, dat hij alleen ‘blind’ kon opereren na een bevestiging dat de woonwijken binnen 500 meter van het doelgebied, het Haagsche Bos, ontruimd waren. ” Hij kreeg het antwoord dat het Air Ministry een ‘algemeen fiat’ voor de missie had gegeven. Daarom werd tot de aanval besloten. In Vitry maakte de jonge inlichtingenofficier vervolgens zijn noodlottige fout en zo ging het verkeerd gemerkte aanvalsdoel naar de bemanningen van de vliegtuigen, die het bombardement moesten uitvoeren.
Walcheren
Tussen half acht en acht uur zaterdagmorgen stegen de bommenwerpers op: twee squadrons van Vitry – twaalf Bostons en twaalf Mitchells – en drie squadrons van MeIsbroek met 31 Mjitchells. De beide formaties ontmoetten elkaar boven zee benoorden Walcheren.
In ‘Luchtgevaar’ wordt de aanval als volgt beschreven: ‘Ze hielden een koers van 80 graden op Den Haag aan, bij een straffe noord-noordwesten wind. De formatie van Melsbroek vloog voorop. Met een wijde boog zetten zij nu op een hoogte tussen 3000 en 3500 meter de koers voor de bomb-run in, vrijwel naar het oosten. Het weer betrok. Boven de stad was het 8/10 bewolkt. Daarom besloot overste Mitchell om inderdaad op ‘blind’ te bombarderen; zo ook de andere squadrons in zijn formatie. Even voor 9.00 uur begonnen de eerste bommen omlaag te tuimelen’.
‘Het groepje van zes Mitchells dat het oostelijk richtpunt in het Haagsche Bosch tot doel had, naderde uit tegenovergestelde richting en bombardeerde op zicht. Intussen waren de beide squadrons van Vitry boven het – gewaande doel. De eerste golf vloog om 9.08 uur het Bezuidenhout aan in oostelijke richting. Ook zij had last van bewolking, maar na een volle draai om meer zekerheid te krijgen werd toch op zicht gebombardeerd.
Onderwijl had de tweede golf zijn bommen op en vlak bij het richtpunt zien inslaan. Alleen een deel van het Vrije Franse squadron raakte, door een technische fout in hun bomrichtvizier, de spoorlijn naar Rotterdam, één km oostelijker.
De Wing van Melsbroek was minder tevreden. Nr 320 squadron had niets kunnen zien door het wolkendek; de andere twee meldden dat hun inslagen voornamelijk overshoots waren en niet in het bos maar op de daarmee parallel lopende bebouwing waren terechtgekomen. Ook werden chronische undershoots gemeld die de stad aan de andere kant van het bos hadden getroffen. De overshoots konden later mede worden geweten aan de felle noordwesten wind.
Terwijl de beide formaties terugkeerden na hun bases, stegen boven Den Haag steeds dichter wordende rookwolken omhoog. De undershoots waren terecht gekomen vlak bij het historisch centrum: de Vijverberg en het Voorhout. Maar de grootste ramp voltrok zich bij het Bezuidenhout.
Dr. Korthals Altes meldt in zijn boek dat de inlichtingenofficier op Vitry, die de foutieve coördinaten uitzette, op 10 april 1945 voor de krijgsraad ‘heeft gestaan. Gezien zijn conduitestaat en karakter was de eis mild en de straf licht.