Evacuatie
door Jaap van Veen
En zo kan het gebeuren dat je in familiekring een verhaaltje vertelt over wat je in de oorlogsjaren van 1940-45 is overkomen en dat bepaalde facetten niet meer helder voor de geest te halen zijn. Zou de oude dag zich dan eindelijk meester van je gaan maken? Een angst bevangt je. Zou dit verhaal nog wel gereed komen?
We schrijven dit in december 2008. Er zullen weinig mensen zijn die weten wat het woord ‘Evacuatie’ betekent. Het betekent dat je door omstandigheden je woning of verblijf moet verlaten, dit kan het geval zijn bij brandgevaarlijke situaties, overstromingen of oorlogshandelingen.
Mijn verhaal loopt over vele maanden en de tijdstippen heb ik zo goed mogelijk proberen in te schatten. Het begin is gekoppeld aan het begin van de luchtlandingen in de buurt van Arnhem, 17 september 1944 en het einde is daar als wij in juni 1945 in Arnhem terug komen.
Tegen half elf komen we aan in de Charlotte de Bourbonstraat 209 waar de vader, zus en broer van mijn moeder wonen. Mijn opa dus en een oom en tante. Ook hier worden we hartelijk verwelkomd en worden bedden klaar gemaakt om heerlijk te kunnen slapen. Ik slaap in een tweepersoonsbed met twee jongere broers. Om elkaar niet te veel te hinderen worden we om en om gelegd. De voeten van mijn jongste broer liggen dan naast mijn hoofd! Hier blijven we tot midden december en gaan dan naar het huis van de andere opa op de Schenkkade 72 waar we tot 3 maart 1945 verblijven.
Iedere Hagenaar weet wat op die dag gebeurde. Dertien toestellen van de Engelse luchtmacht gooien in enkele rondjes een serie bommen uit waardoor een groot deel van het Haagse Bezuidenhout wordt platgelegd. De bommenwerpers maken steeds een rondje en laten dan opnieuw een bommenlast naar beneden vallen. De laatste reeks valt tussen de Anna van Burenstraat en het VUC-terrein waar reeds een groot aantal Hagenaars via het viaduct naar de Wilhelminalaan in Voorburg trachtten te ontkomen. Helaas voor hen, honderden komen op dit open stukje grond om.
Mijn moeder is samen met mij en nog een jongere broer naar het consultatiebureau achter het Rijswijkseplein voor controle op de Mantouxprikken die we een week daarvoor hadden gekregen. Als we in wachtkamer zitten roept de dokter om dat de patiënten van het Bezuidenhout voorrang hebben.
Direct nadat het luchtalarm is afgeblazen spoedden wij ons huiswaarts. Dan als wij de spoorbomen bij het begin van de Schenkkade passeren zien we dat een bom het huis van mijn opa heeft geraakt. Het huis is als een kaartenhuis in elkaar gevallen. Huilend en struikelend bereiken we het huis. Opa staat voor het huis en zegt dat iedereen veilig is en op weg is naar een kennis van mijn tantes bij de octrooiraad in de Buitenruststraat in Voorburg. Het blijkt dat op het moment dat de bom viel de hele familie schuilde onder de stenen trap van de bel-etage.
Deze trap en daarmee de hele kamer daaronder is blijven staan. De bom was precies naast het huis in de Anna van Burenstraat terecht gekomen. Naast het gat lag een dode man wiens haar in brand stond. Maar wij begeven ons nu met haastige spoed naar de Wilheminalaan terwijl we over kermende mensen en onderdelen daarvan springen.
Na een klein halfuur bereiken we de Buitenruststraat. Het wijkhoofd neemt de beslissing dat een huis van een NSBer, die gevlucht is, voor een deel moet worden ontruimt en worden wij daarin ondergebracht.
(lees het hele verhaal op
Voor info neem contact op met jaapjvanveen@kabelfoon.nl