Voorburgse Courant 2 maart 1995: Mevrouw van Veen: ‘Allemaal naar Voorburg, werd er geroepen’
VOORBURG – De Voorburgse mevrouw van Veen was 10 jaar toen de bommen naar beneden vielen. Zij woonde met haar ouders en zes broers en zussen in de Caroline van Nassaustraat. Vader was met de oudste broer op voedseltocht toen de eerste bom op de Wilhelminakerk viel, vlak bij hun huis. De kerk vloog direct in brand. “Wij vlogen de kast in, onze schuilplaats als de sirene ging.
Maar moeder kwam er niet bij. Zij liep door het huis en vroeg alsmaar waar vader bleef Daarom kwamen we er weer uit. Alle ramen stonden open, dat moest als er bommen vielen. Op de kerk vielen nog meer bommen. Aan de overkant van de straat viel er een op het telefoonhuisje. Het brandde bij het leven. Wij gilden. Iemand kwam vertellen dat wij weg moesten gaan. ‘Allemaal naar Voorburg’, werd er geroepen. Maar moeder durfde niet. ‘Dan kan vader ons niet meer vinden’.
Poppen
Tenslotte gingen we toch. Ik wilde nog naar boven om mijn poppen te halen. Maar ik mocht niet. Ik vond het vreselijk, want ik was een echt poppenkind. Ik moest ontzettend huilen. We liepen over straat. We gilden en schreeuwden en waren volslagen in paniek. Overal brandde het om ons heen. Eerst was er een chaos. Overal lagen losse armen en benen. Ik zag ook kerels die de armbanden en ringen daarvan afhaalden. We kwamen bij de Schenkkadekerk. De top was er af gevallen. Bij de trap lagen allemaal doden, die waren getroffen door de brokstukken van de toren. Er kwam een paard en wagen. langs met allemaal doden er op. Toen we in Voorburg aan kwamen, keken we nog eens om. We zagen één grote vuurzee. We zijn naar een nicht in de Van de Wateringelaan gegaan. We waren bang voor vader, want hij moest van het Schenkviaduct komen en daar zagen we het ook allemaal branden. Maar ’s avonds had hij ons toch gevonden en was het weerzien emotioneel.
Vader is ’s avonds nog terug gegaan naar ons huis om te kijken of er nog iets te redden viel. Maar hij kwam alleen terug met een suikerpot. De rest van het huis en de hele straat was allemaal al verbrand. Ook mijn poppen’.