Menig liefhebber van het Haagse Bos schrok toen in de zomer van 2018 her en der bomen werden gekapt. Gingen ze ‘ons’ bos omhakken? Gelukkig werden er al snel nieuwe bomen aangeplant. Maar toen verschenen er weer overal stippen op stammen. Waarom doet Staatsbosbeheer dat? Boswachter Mark Kras, de opvolger van Jenny van Leeuwen, geeft uitleg.
Staatsbosbeheer maakte in augustus 2018 in het Haagse Bos plots verschillende plekken vrij van bomen en pleegde daar vervolgens nieuwe aanplant. Dat had een aantal redenen. Ten eerste is een heel groot deel van de bomen aan de Bezuidenhoutse kant direct na de Tweede Wereldoorlog geplant. Die bomen zijn allemaal even oud en takelen, als je niet ingrijpt, allemaal tegelijk af. Bovendien zijn het vooral beuken, esdoorns en essen, terwijl een bos gebaat is bij een diversere flora. Ook was er sprake van essentaksterfte. Deze schimmelziekte tast sinds 2016 de essen in West-Europa aan waardoor deze sterven en een gevaar vormen voor de bezoekers van bossen. En tot slot ondervindt ook het Haagse Bos de gevolgen van de klimaatverandering. Boswachter Mark Kras: ‘We moeten langzamerhand gaan zoeken naar soorten die beter tegen warmte en grote hoeveelheden regen kunnen.’
Nieuwe boomsoorten
Deze nieuwe boomsoorten worden zorgvuldig geselecteerd. ‘We hebben in het Haagse Bos een klein aantal (8%) reuzenzilver-, douglas- en hemlocksparren aangeplant. Dit zijn snelgroeiende bomen die goed tegen nat weer en hitte kunnen en die zullen zorgen voor aangenaam donkere plekken om verkoeling te zoeken op een warme dag. Bovendien zijn het bomen die op bepaalde plekken zullen blijven, geen exoten die het bos overnemen. Daarnaast hebben we een groot aantal lichtminnende soorten aangeplant, die hier van oudsher eigenlijk horen, maar die er niet of onvoldoende stonden. Zoals de linde, de eik, de berk en de zwarte els. We hopen dat die zich vanzelf gaan verspreiden middels zaailingen waar de beuken dunnen.’
Dit soort operaties zullen in de toekomst vaker worden uitgevoerd. ‘Als de boomkronen zich zo’n beetje sluiten, grijpen we in. Op dat moment komt er namelijk zo weinig licht door het bladerdek dat de jonge aanwas niet meer wil groeien. Dat zal eens in de vier tot zes jaar gebeuren.’
Toekomstbomen en wijkers
Dan is er de veiligheid van de bomen, die wordt aangegeven met de gekleurde stippen op de stam. ‘Oranjerood betekenen dat de boom gevaarlijk is en moet worden omgehakt. Wit betekent dat er gevaarlijke takken of dood hout in zit. Voordat we er takken af zagen, kijken we eerst of er geen dieren in zitten, zoals een vleermuis of een uil. Als dat wel zo is, zagen we de tak af als het dier er niet is. Of we kijken of we bijvoorbeeld een deel kunnen laten zitten.’
Staatsbosbeheer onderscheidt ‘toekomstbomen’ en ‘wijkers’. Toekomstbomen zijn bomen die voor de toekomst behouden moeten worden, omdat ze van een gewenste soort zijn, of een heel karakteristiek exemplaar. ‘Als we moeten kiezen tussen een beuk en een eik, kiezen we in principe de eik, omdat die heel veel mooi leven met zich meebrengt. Een beuk daarentegen zit verjonging van andere soorten meer in de weg. Maar een bijzonder mooie beuk op een markante plek, kan zelf ook weer een toekomstboom zijn.’
Een uiterst precieze manier van bosbeheer dus. ‘Dat is nodig, omdat het hier zo druk is. Het Haagse Bos is, met het Malieveld erbij, slechts 100 hectare groot, maar er zijn ongelofelijk veel paden en die worden allemaal intensief gebruikt. Daar moeten wij heel zorgvuldig mee omgaan.
Kerstboom
Zoals het woord ‘zorgvuldig’ al doet vermoeden, is er voor onze kerstbomen geen plaats. ‘De Nordman Zilverspar uit Boskoop is met een heel ander doel gekweekt dan de bomen die wij hier planten. Bovendien weet ik niet wat de Intratuin allemaal verkoopt. Misschien breiden die bomen zich te veel uit, sterven ze af, hebben ze ziektes… Het spijt me, maar dat risico kunnen we niet lopen.’
Wie zijn kerstboom wil laten overwinteren, kan overigens wel terecht bij Kasteel Duivenvoorde. Althans als die met kluit daar ook gekocht is en de feestdagen heeft overleefd. Kijk hier voor meer informatie.
Mark Kras, de nieuwe boswachter van het Haagse Bos.
Boswachter Mark Kras (1965) is de opvolger van Jenny van Leeuwen. Wat hij wil bereiken? ‘Ik hoop de binding van mensen met het bos sterker te maken. Zodat men beseft wat men verliest als er iemand op een dag bedenkt om er een woontoren te plaatsen.’

Boswachter Mark Kras op de Bloedberg, gelegen aan de Benoordenhoutse kant, vlakbij het Malieveld. Hier werden vroeger alle Haagse duels uitgevochten. Zelfs Casanova heeft hier nog eens zijn zwaard getrokken. Als het geen pistool was…’
Kras startte zijn carrière als leraar op een basisschool, waarna hij de communicatie ging doen voor een adviesbureau over duurzaamheid. Daar merkte hij al snel dat hij minder geïnteresseerd is in de ‘grijze duurzaamheid’ van energiebesparing middels apparaten maar meer in de groene kant van de zaak. ‘Ik wil eraan bijdragen dat mensen een mooie groene omgeving hebben. Want dat hebben we nodig. De coronatijd is wat dat betreft een interessant massa-experiment, want moet je kijken wat iedereen doet: we gaan massaal naar buiten. Als de regering het ommetje niet had toegestaan, dan was de geestelijke gezondheid flink onder druk komen te staan. Buiten zijn je zintuigen vrij. Daar worden ze verleid in plaats van geprest en dwalen ze door de ruimte. En dat heeft de mens nodig.’
Voordat Kras in Den Haag kwam, was hij tien jaar boswachter in Noordwijk. ‘Het is daar waanzinnig mooi. Maar dit is mensen hun achtertuin.’
Lees ook het blog van Kras over onder meer de geschiedenis van het Haagse Bos.