De geschiedenis wordt in op deze pagina in 3 delen beschreven. We kijken naar de wijk vóór, tijdens en ná de Tweede Wereldoorlog.
Tot Tweede Wereldoorlog
In vroeger tijden lag er vanaf de kust landinwaarts eerst een groot bos (‘s-Gravenwildernisse), gevolgd door verder oostwaarts moerassen. Deze veengebieden werden gebruikt om turf te steken voor de grafelijke huishouding. Het gebied werd genoemd ‘die Vene Besuyde den Houte’. In de 15de eeuw werd er door het Hoogheemraadschap van Delfland een verbod op turfsteken in het gebied uitgevaardigd. Het werd als poldergebied voorzien van wallen, en een watermolen om de grondwaterstand te beheersen. De polder werd genoemd Bezuidenhoutse- of Veenpolder. De Bezuidenhoutseweg raakte als woonomgeving in de 17de eeuw in trek, te meer daar Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms, fors investeerden in bebouwing (waaronder Huis ten Bosch in 1645) en bestrating.
In 1589/1590 werd Huis ter Noot (op de plek waar nu het ministerie van LNV staat) gebouwd. Ook werden o.a. Huis Boschlust (op de plek van het ministerie van Buitenlandse Zaken), Huis ter Lap en Zandvliet (grote boerderijen) gebouwd. De Laan van Nieuw Oost-Indië (toen nog Wervelaan genaamd, naar kasteel De Werve, later vernoemd naar café Oost-Inje dat sinds de 17de eeuw aan de Bezuidenhoutseweg lag) werd een belangrijke verbindingsweg waarop sinds 1658 tol werd geheven (tot 1928).
Vanaf 1855 werd Bezuidenhout bebouwd en tussen de 1ste en 2de Wereldoorlog bereikte het de omvang die het nu heeft. In 1863 werd Huis Ter Noot afgebroken en werden daar de Eerste en Tweede Van den Boschstraat gebouwd. In 1885 volgen de aanleg van de Adelheidstraat, Emmastraat en Wilhelminastraat (in 1942 op last van de Duitsers veranderd in Agathastraat). Het Bezuidenhout wordt bewoond door hogere ambtenaren, artsen, leraren en andere vertegenwoordigers van de gegoede middenstand, maar ook lieden van adel en leden van de Kamers der Staten-Generaal woonden hier. Bezuidenhout kon zich meten met Duinoord. Tot aan de oorlog was er sprake van een ‘gegoede buurt’ met royale huizen en ruime straten die nog niet volstonden met auto’s. Velen hadden personeel in dienst dat boodschappen deed in de Theresiastraat.
In 1870 werd Station Staatsspoor aangelegd, later het Centraal Station. Rond de eeuwwisseling woonden er een aantal bekende schilders in Bezuidenhout, zoals Ten Kate, Haaxman, Apol en A. Roelofs. Schrijver E. du Perron woonde in een pensionkamer in de Van Imhoffstraat 16. De bekendste buurtgenoot was echter Vincent van Gogh die van 1881 tot 1883 aan de Schenkweg (thans Hendrick Hamelstraat) woonde.
In 1897 besluit de gemeenteraad tot een serieuze uitbreiding; het huidige Bezuidenhout-Midden. Dat wordt tot aan de 1ste Wereldoorlog vrijwel volledig gerealiseerd. Ondertussen was ook al de Bezuidenhoutsweg aan de noordzijde van de Laan van NOI, tot en met de Karel Reinierszkade bebouwd. In het begin van de jaren ’20 werd besloten tot de bouw van Bezuidenhout II, het gebied ten Noorden van de Laan van NOI tot aan de Karel Reinierszkade.
Lang, tot de eerste Werelodoorlog, is Bezuidenhout vanuit Den Haag slecht bereikbaar geweest; alleen via de Bezuidenhoutseweg en de tolweg Laan van NOI. Er was dan ook sprake van een ‘stadseiland’. Vanaf 1881 reed er een paardentram door het Bezuidenhout, in 1885 een stoomtram en aan het begin van de 20ste eeuw verscheen de electrische tram, naast liefst 3 paardenomnibuslijnen.
In 1931 had VUC, inmiddels gevestigd aan de Schenkkade waar nu de Siemenskantoren zijn gevestigd, een Europese primeur; de lichtinstallatie. Sport in Beeld besteedde er aandacht aan en het Nederlands elftal trainde er daarom wel eens. Bertus de Harder, linksbuiten van VUC en glazenwasser in Bezuidenhout, werd in 1938 voor het eerst geselecteerd voor het Nederlands elftal.
Tot een uitgepoetst verleden behoort ook de levendige prostitutie die zich aan de Bezuidenhoutseweg had ontwikkeld. Armere vrouwen hadden altijd matjes bij zich om hun klanten in het Haagse Bos af te werken.
Tweede Wereldoorlog
Op 10 mei 1940, om 3.00 uur ’s nachts, werd ook Den Haag (vliegvelden Ypenburg en Ockenburg) door de nazi’s aangevallen door middel van bombardementen en grote hoeveelheden parachutisten. Er werd een transportvliegtuig neergehaald (die in het Haagsche Bos neerstortte) en een ander toestel stortte in de Tweede Adelheidstraat (nu Beatrixlaan) neer (foto). Een van de motoren van dat vliegtuig kwam op enkele panden in het Louise de Colignyplein neer. Er bleek in het wrak, naast 16 dode Duitse officieren, een gedetailleerd aanvalsplan (de zogenaamde Sponeck-papieren) aanwezig wat er voor gezorgd heeft dat de Nederlanders meer weerstand hebben kunnen bieden en leidde tot de vlucht naar Londen door koningin Wilhelmina.
In 1943 heeft de bezetter serieus overwogen Huis Ten Bosch ten behoeve van een tankgracht af te breken. Ook zijn er in de Laan van NOI in het laatste jaar van de oorlog een groot aantal (24?) gijzelaars door de Duitsers gefusilleerd.
De echt zwarte dag was zaterdag 3 maart 1945, toen de Britse geallieerden (waaronder een flink aantal Nederlandse piloten) vanaf 8.00 uur ’s ochtends met 56 toestellen de wijk, waar op dat moment ca 60.000 mensen, waaronder veel vluchtelingen uit Rotterdam woonden,
Volgens Sluijter en De Bock zijn er vele theorieën over het waarom van deze bittere vergissing (er is zelfs een parlementaire enquête aan gewijd), maar is het het meest waarschijnlijk dat door een omwisseling van coördinaten, in combinatie met harde wind en slecht zicht, niet het Haagse Bos, maar het Louise de Collignyplein en omgeving doelwit werd. Extra wrang is het dat een bericht van enkele dagen vóór het bombardement dat de V2-lanceerinrichtingen al weg waren en een bombardement dus nutteloos zou zijn, ergens in de Britse defensie-gelederen is blijven steken. De voornoemde schrijvers sluiten niet uit dat een Nederlandse verzetsgroep in een poging anti-Brits/Amerikaanse gevoelens te kweken zo vlak voor het einde van de oorlog een rol hebben gespeeld bij deze jammerlijke dwaling. Die gevoelens zijn, zo blijkt uit geschriften, inderdaad ontstaan.
Helaas ook werd er direct na het bombardement geplunderd. Er zijn 4 plunderaars door de Duitsers op de Bezuidenhoutseweg standrechtelijk geëxecuteerd. Tevens zijn 10 brandweermannen tijdens het blussen in de Schenkweg omgekomen door een neervallende V2-raket.
De schade in cijfers:
- 510 doden
- 230 zwaargewonden
- 3300 vernielde huizen
- 1200 zwaar beschadigde huizen
- 290 bedrijven, 5 kerken, 9 scholen en 10 openbare gebouwen
Het resultaat was dus vernietigend en tot op de dag van vandaag terug te zien in de wijk. Het zo prachtigste deel van Bezuidenhout was vernietigd, de ‘grandeur’ goeddeels verdwenen.
Na Tweede Wereldoorlog
In 1946 werd met het opruimen van de puinhopen begonnen. Het puin werd gebruikt voor het bouwrijp maken van Moerwijk, Morgenstond en de aanleg van kunstduinen. Bezuidenhout ten noorden van de Laan van NOI heeft de oorlog goed doorstaan waardoor daar weinig veranderde. Tot het midden van de jaren ’50 is de wederopbouw aan Bezuidenhout voorbij gegaan, tot ver in de jaren ’60 zelfs bleef gebombardeerd gebied deels braak liggen.
In 1945 kreeg Dudok opdracht plannen te maken voor de beschadigde Haagse wijken. Zijn plan werd, omdat het omstreden was, slechts deels, met name in Bezuidenhout-Midden, uitgevoerd. Tal van plannen volgden en verdwenen weer in de prullenbak.
In 1963 krijgt de wijk, als eerst in Nederland, op experimentele basis een Centraal Antenne Systeem (CAS).
In de loop der jaren, naarmate er meer kantoren in Bezuidenhout werden gebouwd, werden prachtige panden die de oorlog hadden doorstaan rücksichtslos afgebroken, o.a. tbv de bouw van het SER-gebouw (1978) en het Bernardviaduct (1970) en in de Laan van NOI. Door al deze ‘verkantoring’ zag o.a. de actiegroep Boze Emma het levenslicht.
De bestaande vooroorlogse bebouwing in Bezuidenhout-West werd in 1967 gesloopt. Ondanks de statige panden had de buurt een slechte naam gekregen door de prostitutie. Buitenlandse Zaken, het Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek vonden er plek. Ook wordt er in de jaren daarna gesloopt ten behoeve van de aanleg van de Utrechtse Baan. Dankzij een actiecomité werden er niet uitsluitend kantoren gebouwd, maar zag het Bezuidenhout West in zijn huidige hoedanigheid het licht.
Sinds enkele jaren is het Beatrixkwartier als kantoorlokatie volop in ontwikkeling. De hijskranen zullen de komende jaren de horizon bepalen. Ook zal RandstadRail door Bezuidenhout lopen en er een station krijgen. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar elders op deze site.
Geraadpleegde bronnen
- S.P. Sluijter jr en Ron F. de Bock: Het Bezuidenhout; grandeur en noodlot van een Haagse woonwijk
- J.M.J.F. Doll et al (Stichting 3 maart ’45-’95): 3 maart Bezuidenhout
- Bertels et al (Haags gemeentearchief),: Den Haag, de stad in delen; Bezuidenhout
- Van Doorn et al (Haags gemeentearchief): Den Haag zoals het was
- Van Doorn et al: Ach Lieve Tijd; 750 jaar Den Haag, de Hagenaars en hun rijke verleden
- Wim de Koning Gans: Bezuidenhout in oude foto’s
- E.M.Ch.M. Janson: Toen Den Haag nog ’t Haegje was; Het Bezuidenhout
- Website VUC