Omdat ik jarig was
Bij marsmuziek van Sousa, die niet vaak over de radio is te horen, moet ik altijd denken aan mijn pianoleraar, mijnheer Boekweit, muzikant bij de Koninklijke Militaire Kapel. Hij speelde – al marcherend tijdens officiële gelegenheden – klarinet; hij speelde viool op feestjes van het hof in Huis ten Bosch, en uiteraard piano.

En al helemaal flitst zijn naam door mijn gedachten nu dezer dagen het bombardement van het Bezuidenhout in Den Haag is herdacht. Ons gezin had bij hem in Voorburg onderdak gekregen in de oorlog toen wij moesten evacueren vanuit het Benoordenhout. Wíj waren er veilig voor de bommen die de wijk rond Clingendael – als plaagstootjes – bedreigden en híj kreeg extra rantsoenen uit de gaarkeuken, die mijn vader beheerde.
Op een avond waren wij toch in ons eigen huis gebleven.
Dat was geen goede beslissing.
De volgende morgen vroeg, 3 maart 1945, kwamen bommenwerpers grommend aanvliegen; zouden ze overvliegen om Keulen, Düsseldorf, Essen, het Ruhrgebied, Berlijn, Dresden, plat te gooien of zouden ze vlakbij hun bommenlast droppen? Wij luisterden met spanning in onze schuilplek. Het spookachtige treiterende gejank van luchtalarm had ons gezin de kelder in gejaagd. Angstig? Nee hoor, rustige ouders. Kinderen die niet weten wat een en ander inhoudt worden pas bang als volwassenen dat worden.
“Het komt nu wel dichtbij”. Het helse geluid werd erger en erger. Golfde af en aan. De schuilplaats leek af en toe mee te deinen.
Na een tijdje was de rust weergekeerd. Dezelfde sirene die ons de kelder had ingejaagd gaf het sein “veilig”. Pa ging voorop naar de begane grond. “Vergane grond” kon je het beter noemen. Mensen liepen af en aan en heen en weer met onsamenhangende berichten.
Het kwam erop neer dat de nabijgelegen woonwijk Bezuidenhout was gebombardeerd. Per ongeluk. Dat bleek pas later. Hoe is het mogelijk. Het was te gek voor woorden. “Het Vergissingsbombardement” wordt het genoemd. Een vernietingsbombardement door vrienden. Vijfhonderd doden en talloze gewonden. Vluchtelingenstromen gingen alle richtingen op. Vooral naar Voorburg.
Wij konden slechts met een omweg te voet langs de rokende puinhopen naar ons opvangadres. Moeder zwanger, ik zeven jaar, twee broers, gelukkig nog te jong om opgepakt te worden om voor de Duitsers te moeten vechten. Ik maar lopen met mijn kleine beentjes. Over kabels en rails van tram en trein. Niet opzij kijken. ‘Don’t look back’. Mijn vader vreesde een herhaling van de aanval van de dag ervoor die bedoeld was om de V2-lanceerinstallaties in het Haagse bos uit te schakelen hetgeen het eigenlijke doel van de geallieerde missie was geweest. Wat staat er in boeken en rapporten? ‘Ze hadden de kaarten ondersteboven, de coördinaten waren verkeerd ingetekend, ze vlogen voor het eerst op instrumenten en niet op zicht’ Niet alles is al bekend. Komt de waarheid ooit nog eens boven water?
Eenmaal aangekomen op ons veilig nest speelde mijn muziekleraar voor mij een mooi melodietje – Ständchen van Schubert, op zijn viool……… omdat ik jarig was.