NOS, 1 maart 2015: Den Haag herdenkt bombardement
Door verslaggever Jeroen Wielaert
Op het Charlotte de Bourbonplein in Den Haag lag een dodelijk getroffen paard. Het werd direct door de omstanders in stukken gesneden. Hagenaars hadden trek, aan het eind van de hongerwinter.
De amateurslagers hadden even geen oog voor de brandende puinhopen om hen heen. Hans Schrijvers zag het allemaal voor zich als joch van 8.
Het was zaterdag 3 maart 1945, zeventig jaar geleden dus. De wijk Bezuidenhout was grotendeels verwoest door een geallieerd bombardement. Een fatale miskleun; meer dan 500 mensen kwamen om bij wat de geschiedenis is ingegaan als ‘vergissingsbombardement’. Vandaag worden de gebeurtenissen uitgebreid herdacht in Den Haag.
Haagse Bos
Aan het eind van de oorlog hadden Londen en Antwerpen zwaar te lijden van Duitse aanvallen met V-2’s, de vliegende bommen waarmee Hitler nog een wending probeerde te forceren. De verplaatsbare Duitse installaties stonden in Den Haag.
De geallieerden waren ervan overtuigd dat het Haagse bos de beste schuilplaats was voor de dodelijke raketten. De squadrons stegen op met de beste bedoelingen, maar met een verkeerd vliegplan. Ze vlogen het bos voorbij en lieten hun bommen vallen op Bezuidenhout.
Wittebrood
Het gezin Schrijvers was de hongerwinter redelijk doorgekomen. Vader was bakker, hij kon aan vlees komen door meel te ruilen. Het toeval wilde dat op deze zaterdag voor het eerst wittebrood werd uitgedeeld aan de hongerende bevolking. De Schrijvers kwamen ook in aanmerking. Ze waren eerst naar de mis gegaan in de Luidina-kerk, bij de Schenkkade, en hadden daarna het brood opgehaald. Thuis aten ze er smakelijk van. De jonge Hans ging naar de keuken om af te wassen. Toen gebeurde het.

Hans Schrijvers JEROEN WIELAERT / NOS
Bij ons gingen de ramen aan diggelen.
Hans Schrijvers: “Er vlogen zwarte dingen door de achtertuin”, vertelt hij. “Ik wist bij God niet wat het was. Ik was wel verstandig om me om te draaien en dat was maar goed ook. Even later vielen er bommen op de huizen aan de Emmastraat, achter ons. Bij ons gingen de ramen aan diggelen.”
Brandbommen zetten naburige huizen in lichtelaaie. Delen van het vuur waren te blussen geweest, maar er was groot gebrek aan brandweerlieden. Een politieagent zei dat de Haagse brandweer door de Duitsers was ingezet in het Ruhrgebied dat ook zwaar werd gebombardeerd.
Tafelzilver
Ze waren ondertussen in een kelder verderop gekropen. De agent maande ze te vluchten. De meeste inwoners van Bezuidenhout namen de benen naar Voorburg. De Schrijvers kenden mensen in de stad en kozen ervoor om daar naartoe te gaan, via het Malieveld en het centrum.

NATIONAAL ARCHIEF / WIKIMEDIA / CREATIVE COMMONS
Moeder kreeg eerst nog een inval. “Het tafelzilver!” Ze liep snel terug naar het deels vernielde huis en redde het bestek. Later in de middag werd alles door de politie afgezet om plundering te voorkomen.
De wandeling ging door een decor van immense verwoesting. Huizen waren in elkaar gezakt, overal lag huisraad op straat. “Het was een avontuur”, zegt Hans Schrijvers, “ik kan niets anders zeggen”.
Hij weet nog dat hij dat paard zag liggen. En toen een moeder met een baby zonder hoofd in haar armen. “Dat kind heeft toch geen hoofd meer”, zei hij tegen zijn moeder. “Niet naar kijken, loop door”, zei ze.
Leraar
Hans Schrijvers heeft later als leraar geschiedenis aan zijn hogere klassen verteld over de geschiedenis van dat bombardement dat in Nederland verder weinig bekendheid heeft gekregen. Over de toedracht is nog lang na de oorlog veel te doen geweest, weet ook Schrijvers.
‘Het was een gigantische vergissing’
Het was een vergissing, maar wel met grote gevolgen. Het geallieerde bombardement op de wijk Bezuidenhout in Den Haag in de Tweede Wereldoorlog. Dit weekend wordt het uitgebreid herdacht. Jeroen Wielaert ontmoette een ooggetuige van toen: Hans Schrijvers, destijds 8 jaar.

Theresiastraat voor de Tweede WereldoorlogMICHIEL 1972 / WIKIMEDIA / CREATIVE COMMONS
Uit onderzoek is gebleken dat de missie boven Den Haag vooraf hevig werd bediscussieerd. De geallieerde verantwoordelijken in Brussel vonden de missie te riskant. Maar Bomber Command in Londen oordeelde anders.
Nederlandse piloten die moesten meedoen aan de actie kregen te horen dat de bevolking van Bezuidenhout was geëvacueerd. Als ze niet wilden vliegen, mochten ze weigeren. Eén Nederlandse vlieger zei via zijn boordradio bij het aanschouwen van de ravage: “Waar zijn wij nou mee bezig?”
Hans Schrijvers, inmiddels 78: “Het was natuurlijk geen opzet. Waarom zou je twee maanden voor het eind van de oorlog nog een wijk platgooien? Ja, je kunt praten over Dresden, maar dat is natuurlijk een heel ander verhaal.”
De Haagse historicus doelt daarmee op het terreurbombardement op de klassieke barokstad in het oosten van Duitsland. Er kwamen meer dan 25.000 mensen om bij de geallieerde terreuraanval in de nacht van 13 op 14 februari 1945. Het was ruim twee weken voor de vergissing van Bezuidenhout.
———————————————————————————————————————————————–
Den Haag FM, 28 februari 2015:
Ooggetuige bombardement Bezuidenhout:’Op een zag ik door het raam twee vliegtuigen
Zaterdag 3 maart 1945. Het wordt de slechtste dag van de geschiedenis van Den Haag genoemd. Toen was het bombardement van de geallieerden op de wijk Bezuidenhout. Ruim 550 mensen kwamen om het leven. Komende dinsdag is dat precies zeventig jaar geleden.
Hans Schrijvers herinnert deze dag nog heel goed. Hij was toen acht jaar en stond in de keuken om de afwas te doen, toen hij uit het raam twee vliegtuigen zag. Ik was verstandig genoeg om me om te draaien en een paar seconden later hoorde ik de bommen vallen in de achterkant van ons huis. Even later springen de scherven om je oren. Op dat moment zei mijn vader: en nu allemaal de kelder in, zegt Hans. Er was chaos en eigenlijk wist niemand wat er aan de hand was. Er was een bombardement maar waarom in godsnaam?

Het doelwit van de geallieerden was het Haagse Bos verderop, waar raketten van de nazi’s stonden opgeslagen. Maar door een reeks van fouten belandden de bommen op Bezuidenhout. Ruim 550 mensen kwamen om. Het eerste wat ik zag toen wij uit de kelder kwamen, was een vrouw met een kind in haar armen. Maar het kind had geen hoofd meer. Dan begin je te bedenken, hier moet ik niet meer zijn, vertelt Hans.
Terug
Hans, inmiddels 78 jaar, verhuisde daarna naar Voorburg, Eindhoven en studeerde later in Leiden. Maar in 1988 keerde hij terug naar zijn wijk Bezuidenhout. Nu woont hij in een huis dat het bombardement heeft overleefd. Dat heeft wel een rol gespeeld. Zeker voor mijzelf was het: ik ben toch wel terug waar ik vandaan kom, vertelt Hans. Zondag is de officiële herdenking van het bombardement van Bezuidenhout.