nog meer, nog eens ….
(blog gevonden op http://euromast.50plusser.nl/?page=article&warticle_id=70669&Nog-meer-nog-eens)
Nog meer graag
over oud Den Haag
Nu had ons oma nog één zus. Laat die nu ook vanuit het verre Budel in Den Haag terecht gekomen zijn!
Gehuwd met een uit Zeeland afkomstige man, die bij de Giro werkte, destijds >langs het spoor< gevestigd.
Zij woonden in het Bezuidenhoutkwartier.
Met die tante van ons moeder, door ons later tante-oma genoemd, zou een tak van hun familie bij gebrek aan mannelijke familieleden zijn uitgestorven.
Maar officieel heette die tante Hendrien en de oom … Deodato. Een naam , die in het hollandse wat vreemd voorkwam en om iedere keer een verklaring te moeten afleggen daaromtrent, werd hij Oom Nom genoemd.
Het was hier, door een groter aantal neven en nichten heel wat drukker dan bij oma. Maar we hebben er wat afgelachen !
Tante-oma was net zo lief als oma zelf, maar ze was, wellicht door haar aantal kinderen heel wat meer extrovert. Zo had ze een heel eigen woordgebruik, vooral voor die woorden, die in die jaren zo weinig mogelijk gebruikt mochten, konden worden. Zo hadden vrouwen en meisjes een beursje in hun broekje en de jongens een loris.
Wij waren altijd verzekerd van een glas groene limonade. Reine Claude, zoals ons moeder dat noemde. Maar we hebben dat ergens anders nooit gehad.
Verder was de inrichting daar standaard, zoals we dus ook bij ma en opa gewend waren.
Hun adres is tot afgelopen zondag een vergeten zaak geweest. Wat ik ook probeerde, de straatnaam was ik totaal vergeten. Maar zondag moest ik naar een verjaardagsfeest waar ook een van mijn broers aanwezig was. En die zou ik het vragen. Maar op mijn vraag keek hij zeer zorgelijk. Nee, en het zou wel moeilijk zoeken worden. Want na het bombardement van 1945 en de spoorontwikkeling in de zestiger jaren is daar geografisch nogal wat gewijzigd.
En al pratend in het gezelschap viel ik ineens stil.
> De 1e v. d. Boschstraat !!!!!
Laat ik eerder er van uitgegaan zijn, dat die straat een zijstraat was, moest zijn van de Bezuidenhoutseweg. En wanneer ik dan koekel naar die v.d. Boschstraat, dan zie ik dat het een zijstraat was van de Schenkkade. Die nu ingeklemd ligt tussen de sporen van Den Haag Centraal en de Prins Clauslaan.
Totaal onherkenbaar.
Maar daar was in de eerste plaats het bombardement schuld aan.
Het huis ernaast werd getroffen en oom Nom kreeg een hartaanval, die in die schokkenden gebeurnissen niet behandeld kon worden. En tante-oma bleef als weduwe na de oorlog achter. Waar zij een ander onderkomen had gevonden, weet ik nu niet meer.
Maar die neven en nichten van ons moe, daar hadden we steeds veel contact mee. Een van hen werd in de crisistijd door mijn vader te werk gesteld als filiaalchef in een van zijn zaken. En omdat die kort bij het strand woonden, had ik daar toen een gewild logeeradres. Dat ik een paar jaar later met dat van mijn pas gehuwde tante kon delen. Tot de oorlog ook hier roet in het een gooide.
Maar zou ik nog wel terug kunnen gaan naar Den Haag langs de grens met Rijswijk, de herinneringen aan de situatie in het Bezuidenhout zal ik wel nooit meer ter plaatse kunnen ophalen.
Het enige dat ik nog weet was, dat de neven-ooms allemaal supporters waren bij ADO, maar het terrein van die club lag dan ook aan de Schenkkade, dus zeg maar: aan het eind van hun straat.